Immersive vs Presence 2/3
Van Theorie naar Chaos: Waarom zelfs experts immersion en presence door elkaar halen
16/09/2025 – door Natasja Paulssen
In mijn vorige post legde ik uit waarom je dure VR-headset je niet automatisch naar een andere wereld transporteert; het verschil tussen immersion (technische specs) en presence (psychologische ervaring). Maar hier wordt het verhaal pas echt interessant: zelfs de experts kunnen het niet eens worden over wat deze termen betekenen.
Een 2025 Nature paper waarschuwt expliciet dat “zelfs experts de termen ‘presence’ en ‘immersion’ ten onrechte door elkaar gebruiken.” Dit is geen simpele verwarring, het ondermijnt actief wetenschappelijk onderzoek en technologische vooruitgang. Welcome to the wild west van IX-terminologie.
De academische wereld heeft het (eindelijk) door
Na jaren van chaos heeft de VR/AR-onderzoekswereld consensus bereikt. Mel Slater’s framework is de gouden standaard geworden, en het onderscheid is eigenlijk verrassend helder.
Immersion draait om objectieve technische specificaties: wat je daadwerkelijk kunt meten en vergelijken. Denk aan resolutie (4K per oog), refresh rate (120Hz), tracking nauwkeurigheid, en latency onder de 20ms. Het is het “recept” voor virtuele ervaringen, de ingrediënten die engineers in specificatielijsten zetten.
Presence daarentegen is de subjectieve psychologische ervaring: de illusie van “er zijn” die in je hoofd ontstaat. Het magische moment wanneer je brein stopt met “ik kijk naar pixels” en overschakelt naar “ik BEN hier”.
Een analyse van 78 studies (2020-2024) toont universele overeenstemming in academische venues wanneer definities expliciet worden genoemd. Stanford’s Virtual Human Interaction Lab, het U.S. Army Research Laboratory, allemaal hebben ze Slater’s framework overgenomen.
Maar stap buiten de ivoren toren, en deze helderheid verdwijnt volledig.
Waarom iedereen in de war is: Cross-disciplinaire chaos
Het probleem gaat veel dieper dan slordig taalgebruik. Verschillende onderzoeksvelden gebruiken fundamentaal verschillende definities:
Human-Computer Interaction (HCI)
Behandelt beide concepten als ontwerpdoelen in plaats van verschillende fenomenen. Focus ligt op gebruikerservaring, waardoor de technisch-psychologische grens vervaagt.
Psychologie & Cognitieve Wetenschap
Mengt presence soms met flow of absorptie. Individuele verschillen in presence-gevoeligheid worden bestudeerd, maar conceptuele grenzen vervagen.
Media Studies
Praat over “narratieve immersion” versus “technologische immersion”, concepten die totaal niet passen op VR/AR-definities. Dit creëert complete communicatie-breakdowns bij interdisciplinair werk.
Gaming Research: De ergste dader
Wikipedia’s gaming-georiënteerde definitie stelt dat immersion “de perceptie is van fysiek aanwezig zijn in een niet-fysieke wereld”, precies wat VR-onderzoekers presence noemen. Een directe contradictie die studenten en onderzoekers misleidt.
Engineering & Computer Graphics
Ironisch genoeg heeft dit veld de beste afstemming met academische definities. Focus op meetbare, kwantificeerbare benaderingen houdt concepten helder gescheiden.
De echte impact: Meer dan semantiek
Deze verwarring saboteert actief onderzoek en ontwikkeling. Neem de onderzoeksgevolgen: inmiddels definieert 57% van papers expliciet presence vooraf, een duidelijk teken dat onderzoekers beseffen dat gedeelde definities niet bestaan. Cross-studie vergelijkingen worden onmogelijk door verschillende terminologie, en subsidiebeoordelaars vanuit verschillende velden hanteren verschillende definities. Studententraining varieert dramatisch per afdeling.
De praktische problemen zijn net zo frustrerend. Engineers praten over immersion-specs terwijl UX-designers presence-ervaringen bedoelen, een perfecte setup voor miscommunicatie. Technische specificaties beloven niet wat gebruikers psychologisch ervaren, wat leidt tot teleurgestelde verwachtingen. En VCs? Die weten vaak niet of ze “presence-technologie” of “immersion-platforms” financieren.
Het IEEE P2048 Working Group, met 200+ bedrijven die VR/AR-standaarden ontwikkelen, erkent dat terminologische verwarring een significant obstakel blijft voor standaardisatie.
Het causale verband (en waarom nuance cruciaal is)
High Immersion → Enables → High Presence, maar High Immersion ≠ Guaranteed High Presence.
Presence wordt ook bepaald door factoren die niets met technologie te maken hebben. Gebruikerseigenschappen spelen een enorme rol: veteranen ervaren VR anders dan beginners, afleiding vermindert presence drastisch, en verwachtingen werken als self-fulfilling prophecy. “Dit wordt vast niks” zorgt er letterlijk voor dat het niks wordt.
Content-factoren zijn minstens zo belangrijk. Emotionele relevantie van het verhaal, kwaliteit van interactie-ontwerp, en geloofwaardigheid van de virtuele omgeving kunnen het verschil maken tussen een oppervlakkige tech demo en een ervaring die je weken bijblijft. Context speelt ook mee: fysieke omgeving, sociale setting, vermoeidheid, het heeft allemaal invloed op die cruciale psychologische sprong.
Dit verklaart waarom soms een technisch simpele maar emotioneel krachtige ervaring meer presence opwekt dan een oogverblindende tech demo.
De oplossing: Precisie over gemak
De oplossing vereist precisie over gemak, en dat begint bij onderzoekers. Definieer altijd termen expliciet aan het begin van papers, gebruik Slater’s framework als standaardreferentie, en specificeer meetinstrumenten helder. Het onderscheid tussen technische en psychologische variabelen moet kristalhelder zijn.
Voor het hele veld zijn interdisciplinaire terminologie-workshops nodig, gestandaardiseerde meetprotocollen, en gedeelde woordenboeken voor interdisciplinair werk. Regelmatige veldonderzoeken naar termgebruik kunnen laten zien waar we staan en waar verbetering nodig is.
Van chaos naar helderheid
De academische consensus bestaat, nu moeten we daarop voortbouwen tot uniforme veldterminologie die iedereen dient. Dit vereist culturele verandering in hoe verschillende gemeenschappen over immersive technologie communiceren.
Want uiteindelijk bepaalt heldere communicatie of we sneller innoveren of blijven vastzitten in terminologische modder. De inzet is hoog: onduidelijke terminologie leidt tot verkeerde verwachtingen, misdirected investments, en tragere vooruitgang.
De academische consensus biedt een solide fundament. Nu is de uitdaging om daar een verenigd veldvocabulaire op te bouwen dat onderzoekers, ontwikkelaars, en gebruikers alike dient. Precisie over gemak, omdat de toekomst van VR/AR ervan afhangt.
Immersive, Onderzoek, Presence, Virtual reality